Omschrijving | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
Saldo primitieve begroting | 12.200 | -1.981.900 | -1.118.900 | -987.900 |
Structurele gevolgen 2e tussenrapportage 2023 | 106.800 | 17.800 | 17.800 | 17.800 |
Structurele gevolgen 1e tussenrapportage 2024 | -1.448.000 | -1.539.700 | -863.500 | 716.500 |
Stand na 1e tussenrapportage 2024 | -1.329.000 | -3.503.800 | -1.964.600 | -253.600 |
Nog te verwerken financierings- en afschrijvingslasten | -268.000 | -879.000 | -2.168.000 | -2.496.000 |
Dekking uit stelpost nieuw beleid | 968.800 | 1.278.800 | 1.893.800 | 1.893.800 |
Meicirculaire 2024 | -557.100 | 268.500 | 159.400 | 202.700 |
Uitgangspunt Voorjaarsnota 2025 | -1.185.300 | -2.835.500 | -2.079.400 | -653.100 |
Voorjaarsnota 2025 | ||||
B. Rekenkundige en algemene kaders | -1.241.200 | -2.099.300 | -3.147.300 | -4.110.100 |
C. Actuele en autonome ontwikkelingen | -350.000 | -50.000 | -20.000 | -20.000 |
D. Bedrijfsvoering | -558.700 | -619.200 | -619.200 | -619.200 |
E. Investeringen | 25.400 | 27.000 | 24.500 | 27.000 |
F. Gevolgen gemeentelijk belastingbeleid | - | - | - | 200.000 |
Totaal na Voorjaarsnota 2025 | -3.309.800 | -5.577.000 | -5.841.400 | -5.175.400 |
Aanpassingen in begroting 2025 | ||||
Indexering materiële zaken | -86.000 | - | - | - |
Diverse besparingen 2025 en verder | 1.554.300 | 1.619.300 | 1.619.700 | 1.694.700 |
Aansluiting bij subsidieplafond | 72.100 | -40.700 | -40.700 | -40.700 |
Vrijval van opgenomen SWO-budget vanuit 2024 | 6.775.600 | 6.559.200 | 6.559.200 | 6.559.200 |
Vrijval van eigen personeelsbegroting vanuit 2024 | 7.714.800 | 7.542.800 | 7.542.800 | 7.542.800 |
Opgenomen nieuwe personeelsbegroting 2025 | -14.490.300 | -14.490.300 | -14.490.300 | -14.490.300 |
Toename baten uit heffingen afval en riolering | 278.300 | 252.000 | 251.800 | 251.400 |
Toename OZB-baten | 28.500 | 99.000 | 97.300 | 231.400 |
Stelpost voor doorbelasting uren investeringen | 132.200 | 130.400 | 130.400 | 126.800 |
Vrijval reserve afvalstoffenheffing en correctie op afschrijvingen | 135.800 | 76.700 | 879.000 | 989.500 |
Aansluiting bij bijdrage aan De Bedrijfsvoeringspartner incl. BTW | 88.400 | 87.700 | 88.500 | 88.500 |
Mutaties kapitaallasten | -134.400 | -450.100 | -1.214.000 | -1.228.000 |
Reservemutaties flexwoningen en huurbaten pand Irenestraat | 95.000 | 364.100 | 364.100 | 364.100 |
Overige mutaties | 15.000 | 25.800 | 59.800 | 23.900 |
Saldo begroting na wijzigingen | -1.130.500 | -3.801.100 | -3.993.800 | -3.062.100 |
+/+ is voordelig | ||||
-/- is nadelig |
Hoofdlijnen financiële gevolgen
Toelichtingen
Terug naar navigatie - ToelichtingenAlgemene en technische correcties
Bij de Voorjaarsnota wordt een globale inschatting gegeven van de financiële uitwerking van rekenkundig kaders. Pas bij het opstellen van de programmabegroting worden budgetten op detailniveau doorgerekend en aangepast. Hierdoor treden verschillen op. Vooral bij de laatste jaarschijf (2028) is dit het geval. Deze is nieuw en wordt voor de Voorjaarsnota in eerste instantie gekopieerd vanuit de laatst bekende jaarschijf (2027).
Personeelsbegroting Albrandswaard
Per 1-1-2025 verandert het juridisch werkgeverschap van de SWO. Dit betekent dat alle medewerkers per deze datum in dienst treden van de gemeente Albrandswaard. Als gevolg hiervan zal ons 'fte-totaal' toenemen naar 159,84.
De bijdrage die we begroot hadden aan de gemeente Ridderkerk voor de SWO is hiermee komen te vervallen. De personeelsbegroting van onze gemeente zal in 2025 € 14.490.300 bedragen. Samen met het personeelsdeel van de bijdrage aan De Bedrijfsvoeringspartner, bedragen de totale personeelskosten in onze begroting iets meer dan € 20 miljoen in 2025.
Belangrijkste ontwikkelingen
Terug naar navigatie - Belangrijkste ontwikkelingenIn de begroting 2025 - 2028 zitten opnieuw veel ontwikkelingen. Naast de autonome ontwikkelingen, is de oorzaak hiervan is tweeledig; enerzijds is gezocht naar zoveel mogelijk financieel-technische aanpassingen om de begroting in 2025 in ieder geval structureel sluitend te maken, en anderzijds verandert de situatie omtrent de SWO. Hierdoor vinden er veel mutaties plaats in de personeelsbegroting en de SWO-bijdrage.
Hieronder volgt een overzicht van de ontwikkelingen zoals ze in het overzicht hierboven ('Aanpassingen in begroting 2025') worden genoemd.
Indexering materiële zaken
In de Voorjaarsnota zijn bedragen opgenomen voor de indexering van materiële- en personele zaken, op basis van percentages uit de meicirculaire 2024. Om de materiële zaken in de begroting volledig te kunnen indexeren in 2025, met het percentage uit de meicirculaire, was het opgenomen bedrag in de Voorjaarsnota te laag. Als gevolg hiervan hebben we € 86.000 aanvullend moeten boeken als lasten.
Diverse besparingen 2025 en verder
Na de Voorjaarsnota is intern een traject opgestart om bij alle clusters mogelijke besparingen op te halen, zowel besparingen die financieel-technisch van aard zijn, als besparingen die eerst nader onderzoek behoeven en niet zomaar ingeboekt kunnen worden. De meeste aangedragen financieel-technische besparingen zijn verwerkt in de begroting. Dit betreft met name ruimte in budgetten welke al meerdere jaren niet benut wordt, alsmede diverse bijstellingen van te laag geraamde baten.
Aansluiting bij subsidieplafond
Om volledig aan te sluiten bij het vast te stellen subsidieplafond (zie ook bijlage 3 van deze begroting), konden we voor 2025 een bedrag van € 72.100 laten vrijvallen. Voor 2026 en verder heeft de aansluiting een nadelig effect.
Vrijval SWO-budget en mutaties personeelsbegroting
Vanwege de overgang van het juridisch werkgeverschap van Ridderkerk naar Albrandswaard, vervalt de SWO-bijdrage per 1-1-2025. Hierdoor hebben we de oorspronkelijk geraamde bedragen m.b.t. de SWO voor 2025 en verder teruggebracht naar € 0,00. Dit leverde een financieel voordeel op van ongeveer € 6,7 mio. Dit voordeel is vervolgens gebruikt om de eigen personeelsbegroting mee te kunnen financieren. Voor 2025 is de eigen personeelsbegroting uiteindelijk budgetneutraal uitgepakt t.o.v. 2024. Voor de komende jaren houden we rekening met stijgingen als gevolg van cao-ontwikkelingen.
Toegenomen baten afval, riool en OZB
Om zoveel mogelijk kostendekkend te kunnen blijven werken, zijn de tarieven voor afval en riool toegenomen t.o.v. 2024. Dit leidt tot additionele baten in de begroting. De OZB-opbrengsten worden jaarlijks herzien als gevolg van areaaluitbreidingen. We gaan jaarlijks uit van een opbrengststijging van 3% t.o.v. het voorgaande jaar. Voor de OZB niet-woningen geldt een additionele verhoging van 2% voor de jaren 2024 t/m 2027. In 2028 is een groot effect zichtbaar als gevolg van de prognose m.b.t. areaaluitbreiding.
Stelpost uren investeringen
Voorheen werd in de begroting rekening gehouden met een doorbelasting van geschreven uren op projecten en investeringen, waardoor de lasten in de exploitatie lager werden. Dit willen we weer nieuw leven inblazen, door dit weer opnieuw op te nemen in de begroting, zeker met de geplande investeringen in de komende jaren. De uren die nu zijn opgenomen, zijn een schatting op basis van het huidige investeringsvolume.
Vrijval reserve afvalstoffenheffing en correctie op afschrijvingen
Een aantal jaren geleden is de reserve afvalstoffenheffing in het leven geroepen om eenmalig de stijging van de afvalstoffenheffing te temperen. In de reserve is uiteindelijk meer geld gestort dan achteraf nodig bleek te zijn. Sindsdien zijn er geen mutaties meer geweest. Om deze reden is besloten om de reserve volledig terug te storten naar de algemene reserve.
Op de afschrijvingen hebben we een correctie doorgevoerd, omdat bepaalde afschrijvingen per abuis dubbel geboekt waren.
Aansluiting bijdrage De Bedrijfsvoeringspartner (DBP)
In de Voorjaarsnota hebben we een aansluiting gemaakt de bijdragen van alle verbonden partijen. Bij DBP was dat nog niet goed gegaan, en hebben we een aanvullende aanpassing gemaakt. Tevens hebben we hierin de kostprijsverhogende BTW meegenomen.
Mutatie kapitaallasten
Elk jaar worden de kapitaallasten opnieuw berekend, waarbij ook de nieuw aangenomen kredieten worden meegenomen. Afhankelijk van de hoogte van de geplande investeringen en de omslagrente, leidt dit jaarlijks tot een voor- of nadeel. Gezien het toenemende investeringsvolume in de komende jaren, nemen de kapitaallasten jaarlijks toe.
Reservemutaties flexwoningen en huurbaten pand Irenestraat
Bij het aannemen van het totale investeringskrediet omtrent de flexwoningen, is tevens besloten dat de financiële afwikkeling voor de gemeente budgetneutraal dient te zijn. Tegenover de lasten voor de pacht van de grond en de afschrijvingen op de verschillende deelkredieten, staat een onttrekking uit de reserve Migratie & Wonen. Deze reserve is, en wordt, gevoed door het deel wat we jaarlijks niet hebben uitgegeven van de ontvangen bijdragen van het Rijk m.b.t. de opvang van Oekraïnse vluchtelingen. Deze regeling loopt nog tot en met het eerste kwartaal van 2025.
Overige mutaties
De overige mutaties zijn allen kleiner dan € 50.000 en worden daarom niet nader toegelicht.
Overzicht opbouw Algemene uitkering
Terug naar navigatie - Overzicht opbouw Algemene uitkeringIn de meicirculaire 2024 is de nieuwe financieringssystematiek, de koppeling van het accres aan het gemiddelde van het bruto binnenlands product over de laatste acht jaar, vervroegd ingegaan. In plaats van in 2027, heeft het Rijk de nieuwe systematiek al in 2024 in laten gaan. Dit leidt tot lagere ontvangsten vanuit het loon-prijsaccres voor alle jaren, omdat de indexatiepercentages lager zijn in de nieuwe methodiek. De ontvangsten vanuit het volumeaccres zijn in 2024 en 2025 eveneens lager, maar nemen weer toe vanaf 2026 omdat de uitgekeerde tranches vanaf 2024 structureel worden opgenomen, in plaats van incidenteel.
Desalniettemin zijn de totale ontvangsten vanuit beide accressen jaarlijks negatief geworden, met het grootste effect in 2025. De negatieve bijstelling in dat jaar bedraagt € 1.682.000.
Bovenstaande wordt deels opgevangen door het schappen van de oploop van de opschalingskorting vanaf 2026, wat jaarlijks (vanaf 2026) ongeveer € 708.000 oplevert, en door het ontvangen van een incidentele compensatie vanaf 2024 vanwege de vernieuwde systematiek. Deze compensatie loopt af van € 746.000 in 2024 naar € 91.000 in 2028. Verder ontvangt de gemeente in 2025 een eenmalig bedrag van € 445.000 vanwege het nog niet realiseren van de eerder aangekondigde besparingen in de Jeugdzorg, door het kabinet Rutte-IV.
De totale effecten van alle mutaties vanuit de meicirculaire 2024, zoals die zijn verwerkt in de begroting 2025, worden hieronder weergegeven.
Ontwikkeling Algemene uitkering | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
Meicirculaire 2024 | -557.100 | 268.500 | 159.400 | 202.700 |
Vrijval stelpost jeugd | 0 | 0 | 0 | 0 |
Totaal correcties Algemene uitkering | -557.100 | 268.500 | 159.400 | 202.700 |
+/+ is positief | ||||
-/- is negatief |
Provinciaal toezicht
Terug naar navigatie - Provinciaal toezichtDe door de raad vastgestelde begroting 2025 dient vóór 15 november 2024 aan de provincie te worden toegestuurd ter goedkeuring. De provincie toetst of de gemeentebegroting voldoet aan de gestelde wettelijke vereisten en provinciale regelgeving. De minste vorm van provinciaal toezicht is repressief toezicht. Dit betekent dat een gemeente zonder voorafgaande goedkeuring van de provincie de begroting en begrotingswijzigingen kan uitvoeren. Daarbij is leidend dat de structurele lasten gedekt moeten zijn door structurele baten (zgn. 'materieel begrotingsevenwicht'). Om in beeld te brengen of de begroting materieel in evenwicht is, moet het begrotingssaldo gecorrigeerd worden met het saldo van incidentele baten en lasten. Wat het effect daarvan is voor de gemeente Albrandswaard, is opgenomen in onderstaande tabel.
Structureel meerjarensaldo exclusief incidentele baten en lasten
Presentatie van het structurele begrotingssaldo (bedragen x € 1.000) | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 |
Saldo baten en lasten | -1.756 | -4.749 | -4.754 | -3.822 |
Saldo toevoegingen en onttrekkingen aan reserves | 626 | 948 | 760 | 760 |
Begrotingssaldo | -1.131 | -3.801 | -3.994 | -3.062 |
Saldo incidentele baten en lasten | -1.445 | -1.122 | -1.092 | -1.092 |
Gecorrigeerd saldo | 315 | -2.679 | -2.902 | -1.970 |
+/+ is positief | ||||
-/- is negatief |
Een overzicht en toelichting op de incidentele posten is te vinden in hoofdstuk 4: Financiële begroting.
Indien de begroting niet materieel in evenwicht is, kan de gemeente onder preventief provinciaal toezicht worden geplaatst. Dit betekent dat een gemeente de begroting en begrotingswijzigingen pas mag uitvoeren na voorafgaande goedkeuring van de provincie.