De gemeente Albrandswaard voert actief beleid op de beheersing van de risico’s die de gemeente loopt. Gekeken wordt naar de maatregelen die worden getroffen om de risico’s af te dekken. Voor de risico’s waarvoor geen maatregelen getroffen kunnen worden bijvoorbeeld omdat het verzekeren ervan te duur zou zijn, wordt ingeschat welke buffer noodzakelijk is. Dit is de benodigde weerstandscapaciteit. Op basis van de continu geïnventariseerde risico’s en de beschikbare financiële middelen (beschikbare weerstandscapaciteit) is het weerstandvermogen berekend. In dit risicoprofiel worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen benoemd en meegewogen.
Paragraaf 2 - Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Risicoprofiel
Terug naar navigatie - RisicoprofielDoor actieve risicobeheersing heeft de gemeente in beeld wat de risico’s zijn en is het mogelijk om het weerstandsvermogen te bepalen. Alle risico’s worden voor zover mogelijk 2 maal per jaar herijkt en er wordt continu geanticipeerd op nieuwe risico’s. Het getoonde risicoprofiel is bepaald vanuit de inventarisatie en analyse zoals uitgevoerd t/m 21 juni 2024. We kijken vanuit de huidige omstandigheden vooruit met als doel een actueel risicoprofiel te presenteren waarin rekening wordt gehouden met realistische scenario’s voor de nabije toekomst.
De belangrijkste trends en ontwikkelingen die van invloed zijn op het risicoprofiel worden kort toegelicht. De gevolgen van externe invloeden zoals de geopolitieke spanningen, de nog steeds relatief hoge inflatie, de krappe arbeidsmarkt en de brandstofprijzen laten zich zien en voelen over de hele breedte van het risicoprofiel. De geïdentificeerde risico’s met betrekking tot de ondersteunende bedrijfsvoering vallen vanaf 2024 binnen het risicocluster van De BedrijfsvoeringsPartner welke u terugvindt in bijgaand overzicht.
In het volgende overzicht worden de belangrijkste (geconsolideerde) risico's gepresenteerd die de grootste invloed hebben bij de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit. Bij ieder risico worden kort de beheersmaatregelen weergegeven. De lijst met belangrijkste risico’s omvat circa 94% van alle geïdentificeerde risico’s.
Trends & ontwikkelingen risicoprofiel Albrandswaard
Terug naar navigatie - Trends & ontwikkelingen risicoprofiel AlbrandswaardIn deze paragraaf worden de belangrijkste trends en ontwikkelingen in relatie gebracht met de risico’s van de gemeente. De gemeente kan onzekerheden positief beïnvloeden door investeringen en maatregelen te treffen. In deze paragraaf worden onzekerheden en risico’s toegelicht en daarbij worden negatieve scenario’s als input gebruikt.
De gemeente ontvangt ruim de helft van hun inkomsten via een algemene uitkering uit het gemeentefonds. De meeste gemeenten voorzien vanaf 2026 grote tekorten omdat de algemene uitkering met ingang van 2026 terugloopt. Om hier op in te spelen moet er nu al actie worden ondernomen om de product- en dienstverlening op een acceptabel niveau in te kunnen blijven vullen. Hierdoor moet er mogelijk opnieuw geprioriteerd worden, worden bezuinigingsmogelijkheden onderzocht en wordt er naar andere weerstandscomponenten gekeken om de dekking te herstellen en de dienstverlening op peil te houden.
Binnen het sociaal domein (Wmo, Jeugdwet en Participatiewet) is er in lijn met het landelijke beeld een aanhoudende trend te zien van hoge en/of stijgende kosten. De gemeente heeft hierdoor te maken met alsmaar groeiende uitgaven zonder dat hier adequate structurele financiering tegenover staat.
In de uitvoering van de Jeugdwet is de kans op overschrijding van de beschikbaar gestelde budgetten ook komend jaar groot. De hulpvraag onder jongeren is in aantal cliënten wellicht iets afgenomen, ten aanzien van voorgaande perioden van stijging, maar blijft groot en zeer kostbaar. De daarnaast beperkte beschikbaarheid van passende hulpverlening dragen bij aan het aanhouden van een verstevigd risico in het gemeentelijk risicoprofiel als het gaat om de uitvoering van de Jeugdwet. Het CPB berekent richting 2025 landelijk opnieuw een kostenstijging op de uitvoering van de Jeugdwet oplopend tot ruim 8%. In de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning zullen de netto kosten en de vraag zeker tot en met 2025 hoog blijven en ook hier wordt landelijk een kostenstijging van 1,5% per jaar verwacht. Uiteraard zal er lokaal binnen het sociaal domein alles aan worden gedaan om de uitvoering zo efficiënt en effectief als mogelijk uit te voeren.
De uitvoering van de BUIG (Participatiewet) laat eveneens een negatieve trend zien met een trage maar aanhoudende groei van uitkeringsgerechtigden. Ondanks alle maatregelen op het gebied van preventie, activering en handhaving blijft dit risico stevig in omvang. Ondanks de krapte op de arbeidsmarkt blijkt er in veel gevallen maar beperkt aansluiting te zijn op diezelfde arbeidsmarkt om hier snel positieve verandering in te realiseren.
ICT/ Informatiebeveiliging en Privacy. De bescherming van alle gevoelige informatie en het aanbieden van moderne en veilige digitale product- en dienstverlening ontkomt ook niet aan oplopende kosten van noodzakelijk onderhoud, beheer en doorontwikkeling. De kosten voor ICT en informatiebeveiliging lopen de laatste jaren sneller op. Burgers verwachten daarbij steeds meer op het gebied van digitale dienstverlening. De gemiddelde kosten op ICT gebied per inwoner per jaar heeft zich inmiddels ontwikkeld tot circa € 105. Deze risico’s maken voor een belangrijk deel onderdeel uit van processen waar De BedrijfsvoeringsPartner zorg voor draagt.
De wetgeving op het gebied van informatiebeveiliging en privacybescherming wijst de gemeente altijd als risico eigenaar aan en stelt harde toenemende eisen aan techniek, inrichting, beschikbare competenties en capaciteit. Dit alles is noodzakelijk om de dienstverlening op peil te houden, maar helaas ook om kwaadwillenden te weren uit onze digitale omgeving. De gemeente werkt hierin nauw samen met de Informatiebeveilingsdienst en De BedrijfsvoeringsPartner.
Risico’s De BedrijfsvoeringsPartner: De (niet primaire) taken die vallen onder het technische beheer en het ondersteunen van de product- en dienstverleningsprocessen van de gemeente(n) worden per 1 januari 2024 door De BedrijfsvoeringsPartner uitgevoerd. De bedrijfsvoeringsrisico’s die hierbij bestaan vormen het risicoprofiel van de BedrijfsvoeringsPartner. De gemeente deelt naar rato in het afdekken van een deel van deze risico’s. Dit risico is als één cluster opgenomen in de top 10.
Bestuurlijke en financiële verhoudingen Rijk en decentrale overheden (risico Rijksbijdrage gemeentefonds): Er is al langere tijd sprake van een (toegenomen) disbalans tussen financiële en bestuurlijke verhoudingen tussen Rijk en decentrale overheden. Zoals eerder aangegeven zorgen de teruglopende bijdragen van het gemeentefonds en de nieuwe verdeel- en berekensystematiek van het gemeentefonds voor grote onzekerheid.
Decentralisaties/ nieuwe & aangepaste wettelijke taken. Het transformeren naar een uitgebalanceerde uitvoeringsorganisatie voor de vanuit het Rijk gedecentraliseerde taken als wel het implementeren en ten uitvoer leggen van nieuwe en aangepaste wetten en regelgeving is en blijft een zeer complexe en uitdagende opgave waaraan altijd risico’s zijn verbonden.
Risico's
Terug naar navigatie - Risico'sIn onderstaand overzicht staan de 10 belangrijkste (geconsolideerde) risico's gepresenteerd die de grootste invloed hebben op de berekening van de benodigde weerstandscapaciteit.
Belangrijkste financiële risico's | ||||||
Nr. | Risicogebeurtenis | Gevolgen | Maatregelen | Kans | Financiële gevolgen | Invloed |
R1401 | Risicocluster tekorten uitvoering (gedecentraliseerde) taken Sociaal Domein. | geld - Opgenomen risico's sociaal domein. | 90% | max.€ 1.000.000 | 23.63% | |
R1440 | Risicocluster uitvoering wet- en regelgeving Informatiebeveiliging en Privacy | geld - Financieel, juridische aansprakelijkheid | 90% | max.€ 500.000 | 12.08% | |
R532 | Risico dat de BedrijfsvoeringsPartner haar taken niet kan uitvoeren binnen het beschikbaar gestelde budget | geld - (Tijdelijk)extra (frictie)kosten/uren/inhuur personeel. | 70% | max.€ 450.000 | 8.96% | |
R1441 | Reserve grondbedrijf (MPO) is niet toereikend. | geld - Bijstorting uit Algemene reserve door tekort in betreffend exploitatiejaar. | 30% | max.€ 1.000.000 | 6.75% | |
R385 | Begrotingstekorten in gemeenschappelijke regelingen waardoor de gemeente financieel moet bijspringen. | geld - Financieel. | 60% | max.€ 500.000 | 6.71% | |
R1558 | Toenemende inflatie | geld - Dekkingsproblemen bij de begroting. | 50% | max.€ 500.000 | 5.61% | |
R1555 | Er is niet voldoende woonruimte voor een uiteindelijke huisvesting van vluchtelingen beschikbaar | geld - Privé verhuurders maken gebruik van de situatie en vragen een dubieus hoge huur; Woonruimte moet plotseling nieuw gebouwd worden. | 50% | max.€ 500.000 | 5.59% | |
R1442 | Oplopende kosten in bouwsector door stijgende conjunctuur (schaarste). | geld - Financieel. | 50% | max.€ 500.000 | 5.59% | |
R1552 | Integraal huisvestingsplan Onderwijs. | geld - Ontwikkeling euribor is onzeker. | 50% | max.€ 350.000 | 3.90% | |
R501 | Algemene Uitkering gemeentefonds wordt lopende het begrotingsjaar lager. | geld - Indien rijksbezuinigingen/ uitgaven regeerakkoord 2022 niet gehaald worden, levert de koppeling minder op en komen er aanvullende kortingen. | 30% | max.€ 500.000 | 3.38% | |
Totaal grote risico's: €5.800.000 |
Het bovenstaande overzicht toont risico’s die incidenteel schade op kunnen leveren met daarbij het maximale financiële gevolg. De onderstaande tabel geeft aan hoe groot de kans is in lengte van tijd en hoe de spreiding in tijd is terug te vertalen.
Kwantiteit | Referentiebeelden | Kans | Toelichting kansklasse |
klasse | |||
10% | <0 of 1 keer per 10 jaar | 1 | Deze klasse wordt gehanteerd voor risico's waarvan het |
onwaarschijnlijk is dat deze zich in de komende jaren voordoen. | |||
30% | 1 keer per 5-10 jaar | 2 | Deze klasse wordt gehanteerd voor risico's waarvan het niet |
waarschijnlijk is dat deze zich in de komende jaren voordoen. | |||
50% | 1 keer per 2-5 jaar | 3 | Deze klasse wordt gehanteerd voor risico's die zich in het |
komende jaar wel maar ook niet kunnen voordoen. | |||
70% | 1 keer per 1-2 jaar | 4 | Deze klasse wordt gehanteerd voor risico's waarvan het |
waarschijnlijk is dat ze zich in de komende jaar zullen voordoen. | |||
90% | 1 keer per jaar of > | 5 | Deze klasse wordt gehanteerd voor risico's waarvan het zeer |
waarschijnlijk is dat ze zich in de komende jaar zullen voordoen. |
Op basis van de ingevoerde risico's is een zogeheten risicosimulatie uitgevoerd. Wij doe dit met behulp van risicoanalyse software. Hiermee kunnen we met alle risico’s die we lopen 100.000 keer doen alsof deze in meer of mindere mate optreden om zo nauwkeuring mogelijk in te kunnen schatten welke financiële buffer er op dit moment tenminste nodig is. De risico's zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang optreden.
Onderstaande figuur en de bijhorende tabel tonen de resultaten van de risicosimulatie.
Uit de tabel met zekerheidspercentages volgt dat 90% zeker is dat alle risico's kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 3.039.091 (benodigde weerstandscapaciteit).
Benodigde weerstands- capaciteit bij verschillende zekerheidspercentages | |
Percentage | Bedrag |
5% | € 1.279.424 |
25% | € 1.816.047 |
50% | € 2.210.793 |
75% | € 2.638.649 |
90% | € 3.039.091 |
95% | € 3.288.011 |
Risicoprofiel grondbedrijf
Terug naar navigatie - Risicoprofiel grondbedrijfVoor het berekenen van het risicoprofiel voor het grondbedrijf wordt aangesloten bij het Meerjaren Perspectief Ontwikkelprojecten (MPO) 2024. Voor het grondbedrijf wordt het risicoprofiel niet gesimuleerd, maar wordt de kans van optreden maal het effect van optreden opgenomen. Hierbij is rekening gehouden of het gewaardeerde risico binnen het resultaat van het project opgevangen kan worden. Wanneer dit niet het geval is, heeft dit een effect op het risicoprofiel.
MPO 2024 | MPO 2023 | MPO 2024 | MPO 2023 | ||||
Project | Risico's (ongewogen en gesaldeerd) | Risico's (ongewogen en gesaldeerd) | Risico's (gewogen en gesaldeerd) | Risico's (gewogen en gesaldeerd) | Verschil | Op te vangen in grondexploi-tatie | Niet op te vangen in grondexploi-tatie |
A | B | C=A-B | D | E=D-A | |||
Spui | -275.000 | -1.064.968 | -42.500 | -499.490 | 456.990 | 0 | -42.500 |
Polder Albrandswaard | -80.000 | 291.000 | -20.000 | -105.500 | 85.500 | 0 | -20.000 |
Binnenland | -200.000 | -150.728 | -50.000 | -113.046 | 63.046 | 0 | -50.000 |
De Omloop | -4.534.000 | 0 | -1.360.000 | 0 | -1.360.000 | 1.360.000 | 0 |
TOTAAL | -5.089.000 | -924.696 | -1.472.500 | -718.036 | -754.464 | 1.360.000 | -112.500 |
Voor het grondbedrijf Albrandswaard kunnen op basis van bovenstaande doorrekening alle risico’s worden afgedekt met een totaalbedrag van € 112.500 (benodigde weerstandscapaciteit).
Beschikbare weerstandscapaciteit
Terug naar navigatie - Beschikbare weerstandscapaciteitDe beschikbare weerstandscapaciteit van gemeente Albrandswaard bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico's in financiële zin af te dekken. Zie de tabel hieronder.
Beschikbare weerstandscapaciteit per 1 januari 2025 | ||||
Weerstandsonderdelen | Huidige capaciteit | |||
Algemene reserve | € 13.394.646 | |||
Reserve MPO | € 859.961 | |||
Reserve Sociaal domein | € 2.000.000 | |||
Beschikbare weerstandscapaciteit | € 16.254.607 | |||
Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit
Terug naar navigatie - Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteitOm te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen.
Risico's | Weerstandscapaciteit | ||||
Bedrijfsproces | Algemene reserve | ||||
Financieel | Reserve MPO | ||||
Imago/politiek | Reserve Sociaal domein | ||||
Informatie/strategie | |||||
Juridisch/aansprakelijkheid | |||||
Letsel/veiligheid | |||||
Materieel | |||||
Milieu | |||||
Personeel/Arbo | |||||
Product | |||||
Weerstandvermogen | |||||
Ratio weerstandsvermogen = | Beschikbare weerstandscapaciteit | 0 | € 16.254.607 | 0 | 5,16 |
Benodigde weerstandscapaciteit | (€ 3.039.091 + € 112.500) = € 3.151.591 |
De normtabel is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente. Het biedt een waardering van het berekende ratio.
Weerstandsnorm | ||
Waarderingscijfer | Ratio | Betekenis |
A | >2 | uitstekend |
B | 1.4-2.0 | ruim voldoende |
C | 1.0-1.4 | voldoende |
D | 0.8-1.0 | matig |
E | 0.6-0.8 | onvoldoende |
F | <0.6 | ruim onvoldoende |
Het ratio van Albrandswaard valt in klasse A. Dit duidt op een uitstekend weerstandsvermogen.
Risicokaart
Terug naar navigatie - RisicokaartRisico’s waarvan de oorzaken en gevolgen in klassen ingedeeld zijn kunnen geplaatst worden in een risicokaart. Deze kaart toont in één oogopslag de spreiding van de risico’s. Er wordt een onderscheid gemaakt in het bruto en netto risico. Het bruto risico geeft de situatie weer voordat er maatregelen zijn getroffen. Het netto risico geeft het resultaat na het nemen van maatregelen.
Kengetallen
Terug naar navigatie - KengetallenIn het onderdeel kengetallen geven wij duiding aan onze financiële positie voor de begroting 2025 met haar meerjarenperspectief. Om een goed beeld te krijgen van de financiële positie kijken wij naar de ontwikkelingen aan de hand van een aantal belangrijke financiële kengetallen. Per kengetal geven wij de trend weer en de betekenis ervan voor onze financiële positie. Is de trend bijvoorbeeld risicovol, gunstig, of is het een directe dreiging voor de financiële gezondheid van onze gemeente?
Ze hebben geen functie als normeringsinstrument in het kader van het financieel toezicht. Het reëel en structureel sluitend zijn van de begroting blijft het bepalende criterium.
In onderstaande tabel wordt het totaalbeeld van alle kengetallen weergegeven. Vervolgens worden de kengetallen per stuk toegelicht.
De waarden van de kengetallen zijn ingedeeld in 3 categorieën die aansluiten bij de landelijk vastgestelde signaleringswaarden (2016). Categorie A is het minst risicovol en C het meest risicovol.
Signaleringswaarden kengetallen | Categorie A | Categorie B | Categorie C | |||
minst risicovol | neutraal | meest risicovol | ||||
1a. Netto schuldquote | < 90% | 90 - 130% | > 130% | |||
1b. Netto schuldquote gecorr. voor alle verstrekte leningen | < 90% | 90 - 130% | > 130% | |||
2. Solvabiliteitsratio | > 50% | 20 - 50% | < 20% | |||
3. Grondexploitatie | < 20% | 20 - 35% | > 35%% | |||
4. Structurele exploitatieruimte | > 0% | 0% | < 0% | |||
5. Gemeentelijke belastingcapaciteit | < 95% | 95 - 105% | > 105% | |||
Schuldquote
Een graadmeter voor de financiële positie is de omvang van onze schuldverplichtingen in relatie tot onze opbrengsten, oftewel de schuldquote. Onderstaande grafiek illustreert deze ontwikkeling.
De verwachting is dat onze schulden de komende jaren fors gaan oplopen. Dit houdt verband met de investeringen die de komende jaren gaan plaatsvinden. Ook de stijgende rentestand speelt hier een rol in. Daarnaast valt de groei van de opbrengsten, voornamelijk vanuit het gemeentefonds, tegen. Deze ontwikkelingen zorgen voor een stijgende schuldquote.
Gedane- en toekomstige besluiten omtrent de besteding van gelden, en eventuele nieuwe investeringen zullen hun effect hebben op de schuldquote.
Solvabiliteit
De solvabiliteit geeft aan welke gedeelte van je bezit met eigen vermogen is gefinancierd. Indien bijvoorbeeld een woning voor 80% is gefinancierd bij de bank en voor 20% is betaald met eigen spaargeld, dan is de solvabiliteit in dat geval 20%. Onderstaande grafiek illustreert de ontwikkeling van dit kengetal voor onze gemeente.
Albrandswaard heeft momenteel een stabiele vermogens- en reservepositie. Keuzes omtrent de besteding van gelden en toekomstige grote investeringen hebben hun effect op de solvabiliteit.
Voor de komende jaren staan voor Albrandswaarde begrippen flinke investeringen op de planning. Deze investeringen hebben hun impact op het vreemde vermogen, wat zal toenemen. We zullen geld moeten gaan aantrekken om de investeringen te kunnen financieren. In combinatie met een verwacht afnemend eigen vermogen, leidt dit tot lagere solvabiliteitsratio's. Hierbij willen we nog aantekenen dat de ravijnjaren 2026 en 2027 hier ook nog doorheen lopen, en er nog keuzes gemaakt dienen te worden, die ook weer hun impact zullen hebben op de solvabiliteit.
De economie heeft een cyclisch karakter. Financiële tegenvallers zijn niet altijd goed te voorspellen. Gelet op de schaalgrootte (omzet) van Albrandswaard zijn wij kwetsbaar. Als een financieel risico zich manifesteert kan dat grote impact hebben op de stand van onze algemene reserve. Het is goed de solvabiliteit te blijven volgen, zodat bij een economisch minder goede periode er tijdig onderbouwde afwegingen gemaakt kunnen worden tussen inhoud en financiën.
Grondexploitaties
Afgelopen jaren is gebleken dat grondexploitaties een forse impact hebben op de financiële positie van een gemeente. Bij grondexploitaties volgen de inkomsten altijd pas na de uitgaven. Bijvoorbeeld voor een nieuw woningbouwproject moet de grond eerst gekocht en bouwrijp gemaakt worden voordat het weer verkocht kan worden. De financiering voor grondaankopen en bouwrijp maken leiden normaal gesproken (tijdelijk) tot hogere schulden.
Onderstaande tabel geeft de ontwikkeling weer van de (financiële) waardes van onze grondposities ten opzichte van de totale opbrengsten (exclusief reservemutaties). Daarbij geldt dat hoe lager de (boek)waardes van onze grondposities (exploitaties) zijn, in vergelijking met de totale opbrengsten, des te minder financiële risico’s wij lopen. Als de waardes van de grondposities namelijk laag liggen hoeven de (grond)verkopen minder op te leveren om investeringen uit het verleden terug te verdienen.
Onze positie is de afgelopen jaren verbeterd, en de prognoses zijn goed.
De realisatie van sociale woningbouw (in combinatie met woningbouw in de vrije marktsector) blijft een belangrijk speerpunt. Een speerpunt met impact op de financiële kengetallen.
Nieuwe plannen en exploitaties zullen om investeringen en financiering vragen, en dat geeft inherente risico’s bij het terug verdienen.
Structurele exploitatieruimte
De structurele exploitatieruimte is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte de gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten nodig is om in evenwicht te komen met de structurele lasten. De signaalgrens is daarom om ook 0%. Wanneer het cijfer negatief is, betekent het dat het structurele deel van de begroting onvoldoende ruimte biedt om de lasten te kunnen blijven dragen. In de toekomst zullen er dan opbrengststijgingen en/of ombuigingen gerealiseerd moeten worden.
Het kengetal laat de 'ravijnjaren' 2026 en 2027 duidelijk zien. Vanaf 2028 zien we een verbetering van het saldo optreden, maar het is nog onvoldoende om van structureel evenwicht te kunnen spreken. Daarom zal er een intern traject gestart worden, samen met de gemeenteraad, om tot beleidskeuzes te komen die vanaf 2026 ingezet kunnen worden, zodat er uiteindelijk opnieuw evenwicht gaat ontstaan. Voor 2025 konden we het evenwicht nog realiseren zonder beleidskeuzes te hoeven maken.
Het is nodig om kritisch te blijven kijken naar hoe structurele lasten in evenwicht kunnen blijven met structurele baten.
Gemeentelijke belastingcapaciteit
De gemeentelijke belastingcapaciteit geeft de gemiddelde woonlasten van een inwoner van Albrandswaard weer ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Onder woonlasten wordt hier bedoeld de rioolheffing, afvalstoffenheffing en onroerende zaakbelasting (ozb).
De inwoner van Albrandswaard betaalt hogere woonlasten dan de gemiddelde Nederlander. Dit betekent echter niet dat wij als gemeente meer financiële ruimte hebben dan ‘de gemiddelde gemeente’. De rioolheffing en afvalstoffenheffing zijn namelijk financieel gesloten systemen. Deze kosten kunnen hoger liggen dan gemiddeld door bijvoorbeeld de aard van de grond, oppervlakte en omgevingsfactoren. Om de lasten voor de inwoner niet onnodig te laten stijgen is het daarom van belang om bedrijfsmiddelen doelmatig in te zetten en/of innovatieve- en kostenbesparende maatregelen te nemen, indien mogelijk. Ondanks dat kosten toenemen, en de variabelen en risico’s bij de bepaling van de lasten, zien we toch een stabilisatie van de belastingcapaciteit voor de inwoner van Albrandswaard.
Ons beleid omtrent de gemeentelijke belastingen gaat uit van kostendekkendheid. Bij de afvalstoffenheffing is dat het geval, maar de rioolheffing is al jaren niet kostendekkend (zie ook paragraaf 1: Lokale heffingen).
De relatieve hoge gemeentelijke belastingen zijn, gelet op het voorzieningenniveau, veranderingen in andere inkomsten én toenemende kosten, nodig om tot een sluitende begroting te kunnen komen.
Conclusie over huidige risicoprofiel
Terug naar navigatie - Conclusie over huidige risicoprofielIn de voorgaande onderdelen is een relatie gelegd tussen het risicoprofiel van de gemeente en het benodigde weerstandsvermogen. Onze organisatie valt in klasse A (waarderingscijfer); met een weerstandsvermogen dat uitstekend is. We kunnen derhalve stellen dat de organisatie er financieel goed voor staat.
Investeringen, de fluctuerende algemene uitkering en risico’s hebben elk hun uitwerking op de kengetallen. Ook zien we de rentes stijgen. Het is noodzakelijk de kengetallen in de gaten te houden en financieel gezond te blijven door tijdig afwegingen en keuzes te maken, met name bij grote investeringen. De komende jaren moeten we ook blijven vasthouden aan een begroting op basis van reële ramingen.