Hoofdlijnen financiële gevolgen

Hoofdlijnen financiële gevolgen

Terug naar navigatie - Hoofdlijnen financiele gevolgen
Omschrijving 2023 2024 2025 2026
Saldo primitieve begroting inclusief 1e wijziging 685.000 495.600 695.300 -23.000
Correctie afschrijvingslasten -38.900 -38.900 -35.100 -35.100
Structurele gevolgen 2e tussenrapportage 2021 -149.000 -150.000 -153.800 -153.800
Gevolgen 1e tussenrapportage 2022 -135.700 66.700 213.400 411.400
Uitgangspunt voorjaarsnota 2023 361.400 373.400 719.800 199.500
Voorjaarsnota 2023
B. Rekenkundige en algemene kaders -466.000 -466.000 -466.000 -466.000
D. Autonome ontwikkelingen -247.800 -223.000 -228.800 -228.800
E. Bedrijfsvoering -83.900 -83.900 -83.900 -83.900
F. Investeringen - - - -
G. Voorgestelde dekking - - - -
Totaal na Voorjaarsnota -436.300 -399.500 -58.900 -579.200
Diverse aanpassingen begroting 2023
Ontwikkeling algemene uitkering 3.763.800 5.394.000 6.471.000 4.856.000
GRJR -858.200 -516.300 -516.300 -516.300
BAR-bijdrage -296.900 -360.100 -333.400 -261.200
Kapitaallasten 4.300 -22.400 -23.900 -16.400
Overige mutaties -46.100 -45.600 -40.800 -66.200
Toename OZB-opbrengsten 60.100 61.800 63.600 305.500
Saldo begroting na wijzigingen 2.190.700 4.111.900 5.561.300 3.722.200
-/- is nadelig
+ is voordelig

Het college is bezig met de opmaat naar een Collegewerkprogramma. De invulling van het beleid in een Collegewerkprogramma, alsmede de financiële effecten, zal u later dit jaar worden aangeboden in de raadsvergadering van december. Na vaststelling van het Collegewerkprogramma worden de financiële effecten verwerkt in de Programmabegroting en zal invloed hebben op bovenstaand saldo.

Toelichtingen

Terug naar navigatie - Toelichtingen

Algemeen en technische correcties
Bij de Voorjaarsnota wordt een globale inschatting gegeven van de financiële uitwerking van rekenkundig kaders. Pas bij het opstellen van de programmabegroting worden budgetten op detailniveau doorgerekend en aangepast. Hierdoor treden verschillen op. Vooral bij de laatste jaarschijf (2026) is dit het geval. Deze is nieuw en wordt voor de Voorjaarsnota in eerste instantie gekopieerd vanuit de laatst bekende jaarschijf (2025).

Opschonen stelposten
Bij het opstellen van de begroting is kritisch gekeken naar de stelposten die uit oudere begrotingen overgeheveld zijn naar 2023 en waar nodig gecorrigeerd.

Onvermijdelijke ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Onvermijdelijke ontwikkelingen

De onvermijdelijke ontwikkelingen betreffen de volgende posten.

Uitkering uit het gemeentefonds
In de Programmabegroting 2023 – 2026 zijn, zoals wettelijk is voorgeschreven, de structurele gevolgen van de Meicirculaire 2022 verwerkt. Over de gevolgen van de Meicirculaire bent u geïnformeerd d.m.v. de RIB nr. 541384 d.d. 28 juni 2022.

Voor de herijking van het gemeentefonds is een ingroeipad afgesproken van maximaal € 15 per inwoner per jaar, zowel bij voordeel- als nadeelgemeenten met een negatieve dan wel positieve suppletie. Dat is nu eerst gemaximeerd op de jaren 2023 t/m 2026, ofwel 4 x € 15 = € 60 per inwoner (heeft geen betrekking op het onderdeel beschermd wonen en het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet, beide hebben een eigen ingroeipad).

Uit het ‘actualisatie verdeelvoorstel gemeentefonds naar 2019’ is gebleken dat de herijking voor Albrandswaard nog slechter uitpakt. Volgens de laatste gegevens zal de Algemene Uitkering voor Albrandswaard dalen met € 81 per inwoner. Omdat het ingroeipad van € 15 per inwoner per jaar niet gewijzigd is, heeft het voor de begroting 2023 – 2026 geen gevolgen.

Terug naar navigatie - overzicht herijking algemene uitkering

Specificatie ingroeipad herijking

ingroeipad herijking 2023 2024 2025 2026 2027 2028
Voorlopige nadelige gevolgen AW € 15 € 30 € 45 € 60 € 75 € 81
rekeninghoudend met ingroepad per inwoner per inwoner per inwoner per inwoner per inwoner per inwoner
Reële raming op basis van -384.000 -768.000 -1.152.000 -1.536.000 -1.919.000 -2.073.000
inwoneraantal 2017: 25.590
(constant gehouden)
Terug naar navigatie - overzicht ontwikkeling AU

Voor 2023 kunnen gemeenten als bijdrage Jeugd een bedrag van € 1,6 miljard inboeken.
Ook voor de jaren daarna zijn inmiddels afspraken gemaakt om de huidige stelposten van € 300 miljoen voor 2023 en verder - conform de uitspraak van de arbitragecommissie - te verhogen.
In overleg met het ministerie van BZK en het IPO is nu overeenstemming over de jaren vanaf 2023. Ondanks dat een nieuw kabinet hierover definitief zal gaan besluiten, hebben de provinciaal toezichthouders onderling afgesproken dat 75% geraamd mag worden van de bedragen waar de Arbitragecommissie van uit gaat. Voor 2023 is besloten dat dit percentage opgehoogd mag worden naar 100%. Dit laatste hebben wij voorzichtigheidshalve nog niet opgenomen in de begroting 2023 - 2026.

De volgende mutaties zijn verwerkt in de begroting 2023.

omschrijving 2023 2024 2025 2026
Meicirculaire 2022 3.381.000 4.626.000 5.319.000 3.320.000
Vrijval stelpost jeugd -1.203.600 0 0 0
Vrijval stelpost herijking 384.000 768.000 1.152.000 1.536.000
Meicirculaire 2023 Jeugd van stelpost naar AU 1.202.400 0 0 0
Totaal correcties Algemene uitkering 3.763.800 5.394.000 6.471.000 4.856.000
Terug naar navigatie - vervolg onvermijdelijke ontwikkelingen

GRJR

Voor de bijdrage aan de GRJR ten behoeve van de jeugdzorg is uitgegaan van de begroting 2023 van de GRJR. Via een raadsinformatiebrief bent u geïnformeerd over de stijging van dit budget van € 578 duizend. Tevens is aanvullende budget noodzakelijk gebleken ad € 280 duizend. Dit budget is nodig om de transitie van daghulp en ambulante hulp van regionale naar lokale jeugdzorg mogelijk te maken. 

BAR-bijdrage 

De BAR-bijdrage is € 296.900 hoger, deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt (€ 260.900) door noodzakelijke investeringen in ICT om toekomstbestendig te zijn. Het restant € 36.000 wordt veroorzaakt door uitbreiding van FTE's.

Overige mutaties en kapitaallasten

De verschillen zijn kleiner dan € 50 duizend euro en worden niet nader toegelicht.

OZB-opbrengsten

De OZB opbrengsten worden jaarlijks herzien als gevolg van areaaluitbreidingen, met name in 2026 is een groot effect zichtbaar door een prognose toename van 500 woningen .

Provinciaal toezicht

Terug naar navigatie - Provinciaal toezicht

De door de raad vastgestelde begroting 2023 dient vóór 10 november 2022 aan de provincie te worden toegestuurd ter goedkeuring. De provincie toetst of de gemeentebegroting voldoet aan de gestelde wettelijke vereisten en provinciale regelgeving. De minste vorm van provinciaal toezicht is repressief toezicht. Dit betekent dat een gemeente zonder voorafgaande goedkeuring van de provincie de begroting en begrotingswijzigingen kan uitvoeren. Daarbij is leidend dat de structurele lasten gedekt moeten zijn door structurele baten (zgn. materieel begrotingsevenwicht). Om in beeld te brengen of de begroting materieel in evenwicht is, moet het begrotingssaldo gecorrigeerd worden met het saldo van incidentele baten en lasten. Wat het effect daarvan is voor de gemeente Albrandswaard, is opgenomen in onderstaande tabel.

Structureel meerjarensaldo exclusief incidentele baten en lasten

Presentatie van het structurele begrotingssaldo (bedragen x € 1.000) 2023 2024 2025 2026
Saldo baten en lasten 1.296 3.000 4.724 3.504
Saldo toevoegingen en onttrekkingen aan reserves 895 1.112 838 218
Begrotingssaldo 2.191 4.112 5.561 3.722
Saldo incidentele baten en lasten 275 663 467 -38
Gecorrigeerd saldo 2.465 4.775 6.028 3.685
voordeel voordeel voordeel voordeel

Een overzicht en toelichting op de incidentele posten is te vinden in het gedeelte Financiële begroting.
Indien de begroting niet materieel in evenwicht is, kan de gemeente onder preventief provinciaal toezicht worden geplaatst. Dit betekent dat een gemeente de begroting en begrotingswijzigingen pas mag uitvoeren na voorafgaande goedkeuring van de provincie.