Paragraaf 3 - Financiering

In deze paragraaf beschrijven we de plannen en acties op het gebied van liquiditeitsbeheer, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s voor de jaren 2023 tot en met 2026. Naast enkele onderwerpen die verplicht onderdeel uitmaken van deze paragraaf, gaan we ook in op een aantal ontwikkelingen die van belang zijn voor een goede uitvoering van de treasuryfunctie. In deze paragraaf gaan wij achtereenvolgens in op:

  • Wettelijke kaders en treasurystatuut
  • Rentevisie en rentebeleid
  • Renterisicobeheer
  • Liquiditeitsplanning en financieringsbehoefte
  • Uitzettingen
  • Renteomslag
  • Garantstelling
  • Relatiebeheer

Wettelijke kaders en treasurystatuut

Terug naar navigatie - Wettelijke kaders en treasurystatuut

De wettelijke kaders rondom de financieringsfunctie zijn vastgelegd in de Wet Financiering Decentrale Overheden (Fido). Beheersing van de financiële risico’s speelt daarin een belangrijke rol. De uitwerking van deze kaders zijn vastgelegd in de financiële verordening 2017 en het treasurystatuut 2017.
In 2017 zijn de financiële verordening en het treasurystatuut herzien en vastgesteld. Hierna zijn er geen wijzigingen meer geweest in wet- en regelgeving of in het gemeentelijk beleid. Aanpassing van de financiële verordening of het treasurystatuut is daarom op dit moment niet aan de orde. Wel heeft het college in 2021 de nota garantstellingen en leningen 2021 vastgesteld. In deze nota zijn de spelregels en beleidskaders rondom garantstellingen en leningen vastgelegd bedoeld als uitwerking van hetgeen in het treasurystatuut is opgenomen.

Rentevisie en rentebeleid

Terug naar navigatie - Rentevisie en rentebeleid

Rente speelt een belangrijke rol in de begroting. Het is, gezien de omvang van de bedragen, gewenst uw raad inzicht te geven in de keuzemogelijkheden en de factoren die invloed op de rente hebben. Dit alles vatten wij samen onder de term ‘rentebeleid’. We maken daarbij onderscheid tussen korte rente en lange rente. Van korte rente is sprake bij leningen tot maximaal 1 jaar en van lange rente bij termijnen van 1 jaar of langer. 
Het is van belang de renteontwikkelingen op de kapitaalmarkt te volgen vanwege de mogelijke risico’s die ze voor ons inhouden. Wij volgen deze ontwikkelingen nauwlettend en maken gebruik van de (online) informatie van een aantal geldverstrekkers. 
De rente is de afgelopen jaren historisch laag geweest. De vooruitzichten voor de wereldeconomie zijn als gevolg van de oorlog tussen Rusland en Oekraïne echter ongunstiger geworden. De oorlog leidt tot een sterke stijging van de prijzen van energie en andere grondstoffen. Ook is de onzekerheid over de economische situatie toegenomen. De centrale banken, waaronder de ECB, zullen het monetaire beleid (geleidelijk) verkrappen. Dit jaar zijn de officiële tarieven van de ECB met 50 basispunten verhoogd en liggen verdere verhogingen in vooruitzicht. In de loop van 2023 zal de rente verder worden verhoogd. De ECB heeft al besloten om de effectenaankopen in het derde kwartaal van dit jaar te beëindigen.
De rente voor een kasgeldlening (looptijd < 1 jaar) was de afgelopen jaren negatief. Ook deze rente kent een stijgende trend. Zolang het gunstiger is om voor liquiditeitstekorten een kasgeldlening af te sluiten in plaats van
gebruik te maken van de kredietfaciliteit op de rekening courant, maken we gebruik van deze faciliteit met inachtneming van de kasgeldlimiet.

Rentevisie BNG

Afgaande op recente besluiten van de ECB verwachten we dat het monetaire beleid sneller zal worden verkrapt dan eerder was aangenomen. Bovendien komt de inflatie in 2022 en 2023 nog hoger uit dan eerder was voorzien. In verband met deze ontwikkelingen zijn de verwachtingen voor de rentetarieven in alle looptijden naar boven bijgesteld. 

Actueel Over een jaar
Prognose BNG
euribor 3 mnd 0,28% 1,3-1,5 %
euroswap 5 jaar 1,55% 2,4-2,6 %
euroswap 10 jaar 1,81% 2,6-2,8 %
euroswap 30 jaar 1,63% 2,8-3,0 %

Renterisicobeheer

Terug naar navigatie - Renterisicobeheer

In dit onderdeel krijgt u inzicht in de renterisico’s van de gemeente. Risicobeheersing vormt één van de pijlers van de Wet Fido. Voor de bepaling van de renterisico’s die verbonden zijn aan de uitvoering van de treasuryfunctie zijn twee normen verplicht gesteld: De rente-risiconorm heeft betrekking op leningen met een looptijd vanaf 1 jaar en de kasgeldlimiet op leningen met een looptijd tot maximaal 1 jaar. Het doel van deze normen is om de budgettaire risico’s als gevolg van rentestijging te beperken.

Renterisiconorm

De renterisiconorm heeft als doel de risico’s te beperken van een toekomstig stijgende kapitaalmarktrente bij herfinanciering (van aflossingen op bestaande leningen) en renteherzieningen op bestaande langlopende leningen.
Door toepassing van deze norm ontstaat een goede spreiding van de langlopende leningenpositie, waardoor dit renterisico gelijkmatig over de jaren wordt verdeeld. Jaarlijks komt maximaal 20% van het begrotingstotaal in aanmerking voor herfinanciering en/of renteherziening. 
Van renteherziening is sprake als in de leningsovereenkomst is bepaald dat de rente gedurende de looptijd in een bepaald jaar wordt aangepast. Onder herfinanciering verstaan we het afsluiten van nieuwe leningen ter vervanging van bestaande financieringen en/of aflossingen op de bestaande leningenportefeuille.
Het onderstaande overzicht maakt duidelijk dat er ruimte is binnen de renterisiconorm om ook eventuele extra investeringen of uitgaven ten behoeve van de grondexploitatie met lang vreemd vermogen te financieren. 

Renterisico op vaste schuld bedragen x € 1.000
2023 2024 2025 2026
1. Netto renteherziening op vaste schuld 0 0 0 0
2. Betaalde aflossingen 4.165 4.166 4.166 3.628
3. Renterisico op vaste schuld (1 + 2) 4.165 4.166 4.166 3.628
Renterisiconorm
4a. Begrotingstotaal 2023 65.853 63.826 60.305 58.516
4b. Het bij het ministeriële regeling vastgestelde percentage 20% 20% 20% 20%
4. Renterisiconorm 13.171 12.765 12.061 11.703
Toets renterisiconorm
5a. Ruime onder renterisiconorm (4 - 3) 9.006 8.599 7.895 8.075
5b. Overschrijding renterisiconorm (4 - 3) 0 0 0 0

Kasgeldlimiet

Met de kasgeldlimiet heeft de wetgever een norm gesteld voor het maximum bedrag aan kortlopende middelen (looptijd tot maximaal een jaar) waarmee de gemeente haar activiteiten mag financieren. Het doel van deze limiet is het risico te voorkomen dat fluctuaties van de korte rente direct grote impact hebben op de rentelasten tijdens het boekjaar.
Wanneer in drie opeenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet wordt overschreden, dient dit te worden gemeld bij de toezichthouder, de Provincie, inclusief een plan om weer te voldoen aan de kasgeldlimiet.
Hieronder is een prognose opgenomen van de kasgeldlimiet over 2023. Als er sprake is van een liquiditeitstekort, wegen wij af of het zinvol is om gebruik te maken van kortlopende of langlopende financiering, afhankelijk van de rentestand en de financieringsbehoefte. 

bedragen x € 1.000
1e kwartaal 2e kwartaal 3e kwartaal 4e kwartaal
Totaal vlottende schuld 0 0 0 0
Totaal vlottende middelen 3.423 3.423 3.423 3.423
Gemiddeld saldo schuld (+) of overschot (-) -3.423 -3.423 -3.423 -3.423
Kasgeldlimiet 5.598 5.598 5.598 5.598
Begrotingstotaal 2023 65.853
vastgestelde percentage 8,5%
Ruimte onder kasgeldlimiet 9.021 9.021 9.021 9.021

Liquiditeitsplanning en financieringsbehoefte

Terug naar navigatie - Liquiditeitsplanning en financieringsbehoefte

De financieringspositie wordt bepaald door diverse factoren, zoals de ontwikkeling van het investeringsniveau en –tempo, wisselende baten in de grondexploitaties en mutaties in de geldleningenportefeuille. Met een liquiditeitenplanning brengen we structuur aan in de verwachte inkomsten en uitgaven. Hierdoor krijgen we inzicht in de financieringsbehoefte.

Omschrijving 2023 2024 2025 2026
Boekwaarde kapitaaluitgaven
vaste activa 75.764 73.692 71.521 69.273
grondbedrijf -1.923 -778 235 235
totaal te financieren kapitaaluitgaven 73.841 72.914 71.756 69.508
Boekwaarde financieringsmiddelen
langlopende geldleningen 39.674 35.508 31.342 27.714
reserves 31.245 32.323 35.598 40.942
voorzieningen 8.535 8.258 7.997 7.772
79.454 76.089 74.937 76.428
Financieringsoverschot/-tekort 5.613 3.175 3.181 6.920

Verwachte financieringspositie voor de komende jaren

De verwachting is dat er in 2023 geen sprake is van een financieringsbehoefte voor de liquiditeitspositie.

Leningenportefeuille

Bij een structureel liquiditeitstekort sluiten we een langlopende geldlening af. We hanteren de marktrente en berekenen jaarlijks de gemiddelde rente over de bestaande langlopende leningen (per 1 januari 2023 is deze gemiddeld 1,4%),
In onderstaand overzicht is het verloop van de reeds opgenomen langlopende leningen en de verwachte financieringsbehoefte voor 2023 weergegeven . Tijdelijke liquiditeitstekorten financieren we met kortlopende leningen rekening houdend met de kasgeldlimiet. 

bedragen x € 1.000
1-1-2022 1-1-2023 1-1-2024 1-1-2025 1-1-2026
Stand leningen 48.004 43.839 39.674 35.508 31.342
Nieuwe lening 0 0 0 0 0
Reguliere aflossingen -4.165 -4.165 -4.166 -4.166 -3.628

Uitzettingen

Terug naar navigatie - Uitzettingen

Op grond van de Regeling Schatkistbankieren zijn decentrale overheden verplicht om overtollige liquide middelen aan te houden in ’s Rijks schatkist. Overtollige middelen kunnen ook tijdelijk via deposito’s bij de schatkist worden aangehouden. De hoogte van de rentevergoeding is gelijk aan de rente waartegen de Nederlandse Staat zichzelf financiert op de geld- en kapitaalmarkten (de zogenoemde ‘inleenrente’). Deze rente is op dit moment nog vrijwel nihil. Bij overliquiditeit maken wij daarom geen gebruik van de mogelijkheid om dit op een deposito te zetten.
Volgens het treasurystatuut kunnen, in het geval van tijdelijke liquiditeitstekorten en -overschotten, de BAR-organisatie en de drie gemeenten elkaar onderling kasgeldleningen verstrekken tegen een marktconforme rente. Zolang de rente op kasgeldleningen gunstiger is, benutten we deze faciliteit niet.

Verstrekte leningen

Onderstaand overzicht geeft een beeld van de leningen die zijn verstrekt aan derden. Wanneer bij deze leningen sprake is van een variabele rente, wordt bij de renteberekening uitgegaan van het 1 maands Euribor per rentevervaldatum. 

Naam geldnemer % Saldo uitzettingen 1 januari 2023 Verwachte mutaties in 2023 Saldo uitzettingen 31 december 2023
BAR-organisatie n.v.t. 21.371 -11.614 9.757
Carnisse Mondzorg B.V. 3% 156.523 -26.087 130.436
Totaal verstrekte gelden 177.894 -37.701 140.193

Renteomslag

Terug naar navigatie - Renteomslag

Het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) schrijft voor dat rente via de taakvelden wordt toegerekend aan de programma’s. Door gebruik te maken van een renteomslag wordt de manier van verantwoorden van de rente in de begroting geharmoniseerd. Op advies van de commissie BBV wordt voor het berekenen van de renteomslag onderstaand model gebruikt. Hiermee geven we inzicht in de rentelasten voor externe financiering, het renteresultaat en de wijze van rentetoerekening. Het BBV schrijft voor dat de gehanteerde omslagrente niet meer dan 0,5% mag afwijken van de berekende omslagrente. Conform onderstaande berekening komen we voor 2023 uit op een gemiddelde renteomslag percentage van 0,82%. Voor 2023 hanteren we een omslagpercentage conform jaarrekening 2021 van 1,17%.

Schema rentetoerekening
Externe rentelasten financiering +/+ 600.000
Externe rentebaten -/- -9.100
Saldo rentelasten en rentebaten 590.900
Rente die doorberekend wordt aan grondexploitaties -/- -84.000
Rente projectfinanciering -/- -14.400
Totaal aan taakvelden toe te rekenen rente 492.500
Werkelijk aan taakvelden toegerekende rente 731.500
Renteresutaat op taakveld treasury 239.000
Toe te rekenen rente 492.500
Boekwaarde per 1 januari 60.056.000
Renteomslagpercentage 0,82%

Garantstelling

Terug naar navigatie - Garantstelling

In het verleden zijn regelmatig garantstellingen geweest voor leningen aan derden. Met het oog op de financiële risico’s die de gemeente hierbij loopt, gaan wij terughoudend om met het honoreren van deze aanvragen. Alleen als het maatschappelijk belang ermee gediend is en er voldoende zekerheden gesteld worden, wordt een garantie verleend. 
Per 1 januari 2022 is het totaal van de directe garantstellingen € 70.000. Het totaal van de garantstellingen met een achtervangfunctie via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw was € 68,4 miljoen). Het risico dat de gemeente loopt bij deze garantstellingen is meegenomen in de berekening van ons weerstandvermogen.

Relatiebeheer

Terug naar navigatie - Relatiebeheer

Met de Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) vindt periodiek overleg plaats waarbij we nieuwe ontwikkelingen bespreken. Verschillende kredietverstrekkers geven regelmatig adviezen over het aantrekken en uitzetten van gelden Ook in 2023 maken we gebruik van de verschillende adviserende instanties om optimaal te kunnen profiteren van de beschikbare financiële instrumenten. In ons treasurystatuut hebben wij de administratieve organisatie, interne controle en informatievoorziening uitvoerig beschreven.